Ook in ons land worden geregeld bijeenkomsten belegd, die gericht zijn op bepaalde ervaringen, die worden gekenschetst als een werk van de Heilige Geest en die inhouden dat mensen tijdens de samenkomst plotseling neervallen (bijna altijd achterover) en van enkele seconden tot enkele uren neerliggen, meestal niet in staat zich te bewegen en al dan niet buiten kennis.
Vaak wordt een bijeenkomst voorbereid op dit gebeuren en meestal is het een (vaak buitenlandse) prediker die hierin een ‘bediening’ uitoefent. en door hand-oplegging, aanraking of andere bewegingen ïnvloed uitoefent op het gebeuren (tussenpersoon).
Men noemt die ervaring:
“Vallen in de Geest”
“Vallen onder de kracht”
“Rusten in de Geest”
“Overweldigd door de Geest”
“Neervallen” in Evangelische samenkomsten” (Engels) “slain in the spirit”.
Alhoewel het nog geen algemeen verschijnsel is, wordt er vaak over gesproken en zien we er tegenwoordig ook het een en ander van op video- en televisiebeelden. De reacties zijn heel verschillend: de een vindt het heerlijk, de ander vindt het vreselijk.
We moeten bij onszelf goed te rade gaan, waarom het heerlijk of vreselijk is en, dat is het belangrijkste, of het gebeurde voldoende Bijbels te onderbouwen is.
Er is één heel bedenkelijk verschijnsel bij het bespreken van dit onderwerp: het is tamelijk algemeen opgevallen dat het onderwerp bij voorstanders moeilijk bespreekbaar is: Men maakt zich vaak heel erg kwaad als iemand er anders over denkt.
Dat zal ook wel de reden zijn dat er nu al een heel stel boeken verschenen is over het onderwerp en dat de schrijvers zich uitputten in argumenten voor en tegen. Als we één ding niet moeten hebben is, dat we elkaar er over in de haren gaan vliegen.
Daarom moeten we in alle rust naar elkaar kunnen luisteren, ook naar degenen die de ervaring zelf hebben gehad. Wat waren die ervaringen precies?
Te stellen vragen
Ervaringen kunnen heerlijk zijn, maar niet te ontkennen valt dat er grote meningsverschillen over zijn en een discussie over dit onderwerp kan uiterst verwarrend worden. Daarom moeten eerst de belangrijkste vragen formuleren en daar samen over praten:
- Wat is de Bijbelse fundering van het gebeuren?
- Wat is het nut van het gebeuren?
- Wie is er mee gediend?
- Is er een verklaring voor te geven?
- Zijn er gevaren aan verbonden.
Deze zaken gaan we hieronder behandelen:
Wat is de Bijbelse fundering van het gebeuren?
Er wordt een hele reeks Bijbelteksten genoemd om aan te tonen dat de ervaring Bijbels is. Bij het bezien daarvan moeten we ons ook weer vragen stellen:
Op welke manier gebeurde het daar?
Waarom gebeurde het?
Van wie gaat de actie uit?
Onderging men het bewust of onbewust?
We zullen de aangevoerde Bijbelteksten nu allemaal gaan bezien.
Bijbelteksten die worden aangevoerd als basis voor het verschijnsel
Genesis 2:21
“Toen deed de Here God een diepe slaap op de mens vallen; en terwijl deze sliep, nam Hij een van zijn ribben en sloot haar plaats toe met vlees.”
De grondtekst zegt: “en God liet vallen een diepe slaap op de mens.” Het gaat hier niet om het vallen van de mens, maar van de slaap. Het beeld is hier meer van een narcose bij een operatie: God neemt een rib weg en sluit de plaats weer toe met vlees. Niet vergelijkbaar.
Genesis 15: 12-21
“Toen de zon op het punt stond onder te gaan viel een diepe slaap op Abraham.”
Hier is sprake van een gewone slaap tijdens welke God iets aan Abraham gaat openbaren. Niet vergelijkbaar.
Genesis 17: 13
“Toen wierp Abram zich op zijn aangezicht en God sprak tot hem.”
niet achterover, maar voorover een teken van eerbied en vrijwillige vernedering de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon) normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Genesis 17: 17
“Toen wierp Abram zich op zijn aangezicht, lachte en zeide bij zichzelf: zal dan aan een honderdjarige een kind geboren worden, en zal Sara, een negentigjarige baren?”
niet achterover, maar voorover een teken van eerbied, maar nu vermengd met twijfel de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon) normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Genesis 24:48
“Ik boog mijn knieën en wierp mij neder voor de Here, en ik prees de Here, de God van mijn heer Abraham, die mij op de rechte weg geleid had om de dochter van de broeder van mijn heer voor zijn zoon te nemen.”
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Leviticus 9:24
“En er ging vuur uit van de Here en dit verteerde op het altaar het brandoffer en de vetstukken; toen het volk dat zag, juichten allen en wierpen zich op hun aangezicht.”
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Numeri 14:5
“Toen wierpen Mozes en Aaron zich op hun aangezicht ten aanschouwen van de gehele gemeente van de vergadering der Israelieten.”
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Numeri 20:6
“Toen ging Mozes met Aäron van de gemeente weg naar de ingang van de tent der samenkomst en zij wierpen zich neder op hun aangezicht, en de heerlijkheid des Heren verscheen hun.”
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Numeri 22:31
“Toen opende de Here de ogen van Bileam; hij zag de Engel des Heren met getrokken zwaard in de hand op de weg staan en hij knielde neer en wierp zich op zijn aangezicht.”
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Numeri 24:4
“De spreuk van Bileam, de zoon van Beor, en de spreuk van de man met het geopend oog; de spreuk van hem, die de woorden Gods hoort, die het gezicht des Almachtigen schouwt, nederliggende met ontsloten ogen.”
niet vergelijkbaar. Gaat in feite om een vijand van Israël die het volk later verleidde tot zonde.
Deuteronomium 9:18
“Daarop wierp ik mij voor de Here neder, zoals de eerste maal, veertig dagen en veertig nachten – brood at ik niet en water dronk ik niet – vanwege heel uw zondig bedrijf: dat gij deedt wat kwaad is in de ogen des Heren en Hem krengtet”
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Deuteronomium 9:25
“Ik wierp mij dan voor de Here neder – veertig dagen en veertig nachten lag ik neergeworpen -, omdat de Here gezegd had u te zullen verdelgen.”
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Jozua 5:14
“Doch hij antwoordde: Neen, maar ik ben de vorst van het heer des Heren. Nu ben ik gekomen. Toen wierp Jozua zich op zijn aangezicht ter aarde, boog zich neer en zeide tot hem: Wat heeft mijn heer tot zijn knecht te zeggen?”
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Jozua 7:6
“En Jozua scheurde zijn klederen en wierp zich op zijn aangezicht ter aarde voor de ark des Heren tot aan de avond, hij en de oudsten van Israël, terwijl zij zich stof op het hoofd strooiden.”
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
1 Samuël 19:20,24
“Dezen zagen een groep profeten in geestvervoering met Samuël aan hun hoofd. En de Geest Gods kwam over de boden van Saul, zodat ook zij in geestvervoering geraakten.
Ook hij trok zijn klederen uit en was in geestvervoering in tegenwoordigheid van Samuël: hij lag die gehele dag en de gehele nacht naakt terneer. Daarom zegt men: Is Saul ook onder de profeten?”
Geen sprake van vallen
niet zo’n goed voorbeeld omdat Saul toen al lang niet meer in de weg van de Heer was en zich alleen door zijn gevoelens van dat moment liet leiden. Is daarna gewoon in zijn zondige weg doorgegaan.
in dat hele gedeelte is nergens iets te vinden over een tussenpersoon, hoogstens van een ‘elkaar aansteken”.
1 Koningen 8:10,11
“Toen de priesters uit het heiligdom naar buiten traden, vulde een wolk het huis des Heren, zodat de priesters vanwege de wolk niet konden blijven staan om dienst te doen, want de heerlijkheid des Heren had het huis des Heren vervuld.“
geen sprake van vallen. Ze konden alleen niet in het heiligdom blijven omdat God daar nu was. Daarom ’traden’ ze naar buiten.
1 Koningen 18:39
“Toen het gehele volk dat zag, wierpen zij zich op hun aangezicht en zeiden: De Here, die is God! De Here, die is God!“
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
2 Kronieken 5:14
“zodat de priesters vanwege de wolk niet konden blijven staan om dienst te doen, want de heerlijkheid des Heren had het huis Gods vervuld.“
Zie 1 Koningen 8:10
Ezechiël 1:28-2:1,2
“Zoals de aanblik is van de boog, die in de regentijd in de wolken verschijnt, zo was de aanblik van die omhullende glans. Aldus was het voorkomen der verschijning van de heerlijkheid des Heren. Toen ik haar zag, viel ik op mijn aangezicht, en ik hoorde de stem van Een, die sprak.Hij zeide tot mij: Mensenkind, sta op uw voeten, opdat Ik met u spreke. Zodra Hij tot mij sprak, kwam de geest in mij en deed mij op mijn voeten staan en ik hoorde Hem, die tot mij sprak. “
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
- de Geest doet de persoon juist opstaan en niet vallen
Ezechiël 9:8
“Toen zij nu bezig waren met neer te slaan, – ik was achtergebleven – wierp ik mij op mijn aangezicht, schreeuwde het uit en zeide: Ach, Here Here, gaat Gij nu heel het overblijfsel van Israël verdelgen door uw grimmigheid uit te gieten over Jeruzalem?“
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Daniël 8:17
“En hij kwam tot waar ik stond, en toen hij kwam, schrikte ik en wierp mij op mijn aangezicht, maar hij zeide tot mij: Versta, mensenkind, dat het gezicht doelt op de tijd van het einde.“
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Daniël 8:18
“Toen hij nu met mij sprak, viel ik bezwijmd op mijn aangezicht ter aarde; hij echter raakte mij aan en deed mij overeind staan,”
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Daniël 10:8
“zo bleef ik alleen over. Toen ik dat grote gezicht zag, bleef er in mij geen kracht meer; alle kleur week van mijn gelaat, en ik had geen kracht meer over. Toen hoorde ik het geluid zijner woorden, en toen ik het geluid zijner woorden hoorde, viel ik bezwijmd op mijn aangezicht, met mijn aangezicht ter aarde. En zie, een hand raakte mij aan en deed mij op knieën en handen sidderend oprijzen. En hij zeide tot mij: Daniël, gij zeer beminde man“
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Mattheüs 17:5,6
“Terwijl hij nog sprak, zie, daar overschaduwde hen een lichtende wolk, en zie, een stem uit de wolk zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb; hoort naar Hem! Toen de discipelen dit hoorden, wierpen zij zich op hun aangezicht ter aarde en werden zeer bevreesd.“
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Mattheüs 26:39; Markus 14:35
“En Hij ging een weinig verder en Hij wierp Zich met het aangezicht ter aarde en bad, zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan; doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt.”
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Mattheüs 28:4
“En de bewakers werden door vrees voor hem bevangen en zij werden als doden.”
schrikreactie van vijanden
Marcus 3:11
“En de onreine geesten wierpen zich voor Hem neder, telkens als zij Hem zagen, en zij schreeuwden, zeggende: Gij zijt de Zoon van God.”
angstreactie van boze geesten
Marcus 5:6,7
“En toen hij Jezus uit de verte zag, liep hij toe, viel voor Hem neder, 7en zeide, roepende met luider stem: Wat hebt Gij met mij te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Ik bezweer U bij God, dat Gij mij niet pijnigt.“
angstreactie van boze geest
Marcus 9:26
“En hij ging uit onder geschreeuw en hevige stuiptrekkingen. En hij werd als een dode, zodat men algemeen zeide, dat hij gestorven was.”
in het kader van een uitdrijving
Lucas 17:16
“en hij wierp zich op zijn aangezicht voor zijn voeten om Hem te danken. En dit was een Samaritaan.”
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Johannes 18:6
“Toen Hij dan tot hen zeide: Ik ben het, deinsden zij terug en vielen ter aarde.”
vielen wellicht achterover, maar hier gaat het om vijanden van de Heer
schrikreactie
normale toestand van bewustzijn (Jezus spreekt met hen)
Handelingen 26:14 (zie ook 9:4 en 22:7)
“en toen wij allen ter aarde vielen, hoorde ik een stem tot mij spreken”
Niet duidelijk of het voorover of achterover was
schrikreactie
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
1 Korinthiers 14:25
“het verborgene van zijn hart komt aan het licht en hij zal zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden, dat God inderdaad in uw midden is.”
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Openbaring 1:17
“En toen ik Hem zag, viel ik als dood voor zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zeide: Wees niet bevreesd, Ik ben de eerste en de laatste.”
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Openbaring 4:10
“En toen ik Hem zag, viel ik als dood voor zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zeide: Wees niet bevreesd, Ik ben de eerste en de laatste.”
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
- en is niet de bedoeling van Jezus want die wekt hem weer tot bewustzijn
- normale toestand van bewustzijn, bewegen zich gewoon
Openbaring 5:8
“En toen het de boekrol nam, wierpen de vier dieren en de vierentwintig oudsten zich voor het Lam neder, hebbende elk een citer en gouden schalen, vol reukwerk; dit zijn de gebeden der heiligen.”
idem als boven
Openbaring 5:14
“En de vier dieren zeiden: Amen. En de oudsten wierpen zich neder en aanbaden.”
idem als boven
Openbaring 19:10
“En ik wierp mij neder voor zijn voeten om hem te aanbidden, maar hij zeide tot mij: Doe dit niet! Ik ben een mededienstknecht van u en uw broederen, die het getuigenis van Jezus hebben; aanbid God! Want het getuigenis van Jezus is de geest der profetie.”
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Openbaring 22:8
“En ik wierp mij neder voor zijn voeten om hem te aanbidden, maar hij zeide tot mij: Doe dit niet! Ik ben een mededienstknecht van u en uw broederen, die het getuigenis van Jezus hebben; aanbid God! Want het getuigenis van Jezus is de geest der profetie.”
- niet achterover, maar voorover
- een teken van dankbaarheid
- de actie gaat van de persoon zelf uit (geen tussenpersoon)
- normale toestand van bewustzijn, kan zich gewoon bewegen
Conclusies van anderen:
Dictionary of Pentecostal and Charismatic Movements
“Het bewijs voor het verschijnsel is niet afdoend. Gezien vanuit een ervaringsstandpunt is het ongetwijfeld zo, dat Christenen door de eeuwen heen een psychofysisch verschijnsel hebben ervaren waarbij mensen zijn neergevallen; verder hebben ze de ervaring aan God toegeschreven. Het is eveneens niet aan twijfel onderhevig dat er geen Bijbels bewijs is voor de ervaring als normatief in het Christelijke leven.”
Prof. dr. M.F.G. Parmentier in “Rusten in de Geest”
“Al met al moeten we tot de conclusie komen, dat de Schrift wel enkele aanknopingspunten biedt voor onze bestudering van het fenomeen van het rusten in de Geest, maar dat het nergens in de Schrift in de ons bekende context beschreven wordt.”
Wat is het nut van het gebeuren?
Als men het laat vallen onder ‘werking van krachten'(1 Kor. 12:9), wat moeilijk valt aan te tonen, treden de principes van de Geestelijke Gaven in werking, namelijk dat het uitoefenen daarvan ’tot welzijn van allen’ moet zijn (1 Kor. 12:7), dat de gemeente erdoor gesticht moet worden (1 Kor. 14:12). Het uitoefenen van de geestelijke gaven heeft bovendien altijd als doel: het winnen van zielen voor Jezus (zie 1 Kor. 14:24-25). De vraag is of deze doelen bereikt worden.
Wie is ermee gediend?
De vraag is of de ervaring niet speciaal wordt gezocht als een eigen, subjectieve ervaring. Als Paulus het in 1 Korinthiërs 14:2-6 heeft over het spreken in tongen en onder andere zegt: “Wie in een tong spreekt sticht zichzelf’, voegt hij daaraan toe: “En nu ,broeders, als ik tot u kom en spreek in tongen, wat nut zal ik u brengen, als ik mij niet tot u richt, of met een openbaring, of met kennis, of met profetie, of met onderricht.” Met andere woorden: de geestelijke gaven, uitgeoefend in de gemeente moeten altijd ergens de ander dienen en niet zichzelf. Nergens in de verslagen blijkt dat het vallen in de geest iemand anders dient dan de persoon die het ondergaat.
Is er een verklaring voor te geven?
Zoals gesteld tracht men het te laten vallen onder de ‘werking van krachten’ (1 Korinthiërs 12:10). Het aspect dat je bijna nergens tegenkomt is: als dit vallen in de Geest bij de eerste Christenen was voorgekomen zou dit een zó opvallend verschijnsel zijn geweest, dat het beslist ergens in het NT genoemd zou zijn. Maar geen enkel woord daarover. We kunnen het hoogstens ergens trachten er in te lezen.
Als de Heilige Geest kracht geeft en op ons valt, kunnen wij dan zelf ook niet vallen? In het Oude Testament betekent het Hebreeuwse woord voor de heerlijkheid van God: ‘Kabod’ eigenlijk ‘gewicht’. Wat gebeurt er als er een gewicht op je valt? Dan kun je toch zelf ook vallen? (Dieperink, ‘Het vallen’, p. 7) Dit is een nogal kinderlijke uitleg. Het ‘gewicht’ van Gods heerlijkheid valt natuurlijk niet uit te drukken in kilogrammen.
‘In de Christelijke traditie komen met grote regelmaat verschijnselen voor die we kunnen vergelijken met het rusten in de Geest, al geldt ook hiervan dat ze nergens in precies dezelfde context en met dezelfde bedoelingen voorkomen als bij ons. Rusten in de Geest als reactie op een onder handoplegging uitgesproken zegengebed, binnen de context van de dienst der genezing, is in de oude boeken niet te vinden.‘ (Parmentier, ‘Rusten’, p. 17).
Francis Macnutt schrijft dat het vallen tijdens de opwekkingen in de tijd van Wesley vaak bestond uit bezwijmen, vergezeld van stuiptrekkingen. Als oorzaak van deze meer beangstigende symptomen heeft Wesley zelf aangegeven:
dat er, aangezien de preken met bekering te maken hadden, vanzelfsprekend kreten en snikken aan te pas kwamen;
dat genade zich vermengde met emoties, zoals hysterie;
en dat sommige mensen werden gekweld door demonische krachten en bevrijd moesten wordenI (Dieperink, ‘Het vallen’, p 13)
“Er zijn verschillende mogelijkheden bij het rusten in de Geest. De meeste mensen raken niet buiten bewustzijn, maar vertellen van een hogere vorm van bewustzijn, zodat energie uit het lichaam wordt getrokken.” (Dieperink, ‘Het vallen’, p. 15)
“Men valt gauwer als men er voor open staat” (Dieperink, ‘Het vallen’, p. 16)
“Van grootschalige, eensgezinde bijeenkomsten.. gaat een bepaalde suggestie uit.. samen op concentreren…Als het gevoel dan ruim baan krijgt… niet geïnteresseerd zijn in controle. Het is jezelf laten vallen, jezelf laten gaan…bewust willen” (Parmentier, ‘Rusten’, p. 42-43)
“Het psychologische woord ‘regressie’ is wel op dit vallen en de effecten ervan toegepast. Het geheel kan beleefd worden als een soort terugkeer naar de kindertijd, of zelfs naar de moederschoot, en men beleeft de ouderfiguur, God, heel nabij. We mogen weer even kind zijn.. (Parmentier, ‘Rusten’: p. 43)
“Er hangt, zoals gezegd, natuurlijk wel een bepaalde suggestie in de lucht” (parmentier, ‘Rusten’, p. 48) “Het is geen hypnose, maar el een goede suggestie.”(id. p. 51)
Ook in occulte kringen komt dit vallen voor. Het valse bestaat dankzij het echte. Ook de kracht van satan is van oorsprong goddelijk (Dieperink, ‘Het vallen’, p 4)
Daarmee is nog niet gezegd dat wat wij ook als echt ervaren, inderdaad echt is. “Dezelfde soort ervaring kan uit twee bronnen komen: uit God of uit satan. Of ook gewoon een natuurlijke zaak zijn. We moeten onderscheiden” (Dieperink, ‘Het vallen’, p. 5)
De tegenstelling geestelijk of occult is niet terecht. Het kan gewoon psychisch zijn.
“Het is niet bovennatuurlijk, ondanks het feit dat het binnen christelijke evangelische omlijsting plaatsvindt. Het is een psychisch -emotionele reactie. het ligt binnen de grenzen van de menselijke mogelijkheden om het op te wekken. Het doet zich veelvuldig voor door suggestie, paranormale beïnvloeding en occulte krachten. ” (Petegem, ‘Het neervallen’, p. 43)
Zijn er gevaren aan verbonden?
“Na een bepaalde periode zijn symptomen te herkennen als manisch-depressiviteit, rebellie, boosheid of woede ten opzichte van de personen die twijfelen aan deze ‘bediening’, het in verhevigde mate terugkeren van lichamelijke klachten, emotionele stoornissen, eenzaamheid, teleurstelling, verering van degene bij wie men valt.” (Citaat van Rianne v.d. Smitte in Dieperink, ‘Het vallen’, p. 18)
“De mensen die ik ken en die zijn gevallen zijn of niet innerlijk aangeraakt, of door de ervaring gezegend.” (Diep., ‘Heilig’, p. 19)
“dat enkelen het een onaangename ervaring vinden (benauwdheid, zwaar gevoel) .. weer anderen helemaal niets.. Wat sommigen onaangenaam vinden, is het feit, dat zij enige tijd geen controle hebben over hun lichaam…Niet iedereen ervaart het rusten in de Geest als een aanraking van de Heer.. Enkelen kunnen er zich helemaal niets van herinneren.” (Parmentier ‘Rusten’, p. 28)
“Het is een moment, waarop ons verstandelijke controlemechanisme de concurrentiestrijd met het innerlijk, het onbewuste, de emoties verlies.” (Parmentier, ‘Rusten’, p.41)
“Dit verschijnsel kan geen kwaad als de persoon in kwestie deze ervaring in de nazorg verder leert verwerken…. Dat betekent dus, dat als het rusten in de Geest een soort regressie is, het in een goede omgeving en met goede nazorg juist heel positief kan werken. (Parmentier, ‘Rusten’, p. 44)
“Rusten in de Geest kan inderdaad een paardenmiddel zijn en het moet dus heel zorgvuldig worden gedoceerd Als je het àl te negatief ervaart, moet je eerst pastorale en wellicht ook psychiatrische hulp zoeken (Parmentier, ‘Rusten’, p. 46)
Eindconclusie
Daar ook de voorstanders van het gebeuren er niet in slagen een afdoende verklaring voor het verschijnsel te vinden is grote voorzichtigheid op zijn plaats.
Geen enkele Bijbelplaats spreekt van en menselijke bemiddeling bij het “vallen”. Natuurlijk is het zo, dat, als zonder enige menselijke tussenkomst de mens een rechtstreekse ontmoeting met God heeft, iemand dan wel onderuit kan gaan.
Er is in de aangevoerde Bijbelplaatsen die gaan over vallen geen sprake van een “bediening”, zoals het uitoefenen van een geestelijke gave
Zeer opvallend is dat de Bijbel geheel zwijgt over het fenomeen. Als dit behoord zou hebben tot het uitoefenen van de geestelijke gaven, zoals in Handelingen of in de Korinthebrief beschreven, dan zou zo’n opvallend verschijnsel zeker vermeld zijn, zoals het spreken in tongen.
Opvallend is de laatste tijd, zeker in samenkomsten waar dit soort bedieningen worden uitgeoefend de grote nadruk op de Heilige Geest. Men noemt het verschijnsel dan ook rusten in de Geest (met een hoofdletter). Toch wijzen de verklaringen op de eigen geest van de mensen waar het een en ander mee gebeurt.
De verschuiving van Christocentrisch naar Pneumacentrisch is bedenkelijk. De bedoeling van de Geest is: Christus naar voren brengen. Waar gebeurt dat bij dit verschijnsel?
Het vallen in de Geest is een ervaringsgebeuren. Maar ervaring blijkt een bedrieglijke leidsman te kunnen zijn. Ons geloof behoort niet te rusten op ervaringen, maar op de Schrift. Dat is ons enige toetsingsmiddel. Waar men dat in de geschiedenis losliet, zijn er altijd brokken van gekomen.
Enkele verslagen uit de kerkgeschiedenis
Finney
Charles G. Finney had te maken met het verschijnsel in zijn campagnes en dit is wat hij er zelf over schreef in ‘Reflections on Revival’.
“Dat dit niet die gevallen zijn van afkeurenswaardige opwinding waarvan ik sprak in mijn vorige brief. Want in deze gevallen schijnt het verstand niet te zijn tenietgedaan en in verwarring gebracht, maar vol van licht te zijn. De gedachten schijnen zich niet bewust te zijn van enige opwinding van de eigen gevoeligheid; maar integendeel schijnen ze zichzelf kalm toe en hun situatie schijnt alleen bijzonder te zijn, omdat de waarheid met ongebruikelijke helderheid wordt gezien… Nu zijn degenen die hier getuige van zijn geweest vaak gestruikeld over zulke gevallen; en toch voor zover ik de gelegenheid heb gehad om de geschiedenis erna te onderzoeken, ben ik overtuigd, dat dit over het algemeen gezonde gevallen van bekering waren. Misschien waren er een paar namaakgevallen… we behoeven niet bevreesd te zijn voor een vorm of mate van opwinding die alleen simpel is voortgebracht door een verkregen waarheid en in overeenstemming is met de gezonde werking van de intellectuele vermogens. Alles wat daar bovenuit gaat moet noodlottig zijn.
In het algemeen gebeuren die gevallen van neervallen waarvan ik gesproken heb zonder duidelijke tussenkomst van uiterlijke middelen, toegepast om zo’n resultaat te verkrijgen. Voor zover ik heb geobserveerd vinden zij plaats als de ziel naar God is gekeerd. In de gevallen van Daniël of Saul of Wm. Tennant, en anderen waren er geen menselijke instrumenten of maatregelen of een opzwepend beroep op de verbeelding of het gevoel, maar eenvoudig een openbaring van God aan de ziel door de Heilige Geest” (p. 47,48)
Finney haalt dan een geval aan waar het volgens hem wel helemaal mis ging. “Toen een samenkomst waar hij was niet helemaal naar de zin van de leiding verliep, begon plotseling een van hen, een atletisch gebouwde man, in de handen te klappen en met volle kracht te roepen: “power!, power!!, power!!!” (kracht). “Spoedig vielen anderen hem bij, tot er een algemeen geroep en handengeklap was, snel gevolgd door het gegil van vrouwen en na een poosje resulteerde dit in het vallen van de stoelen van verschillenden van hen. Toen werd verklaard, dat de kracht van God van de hemel was gevallen.. Ik ka niet anders dan dit soort toestanden beschouwen als berekend om iets anders dan een echt geloof voort te brengen. In het teweegbrengen van deze emotionele toestand werd er geen woord van de waarheid medegedeeld; er was geen gebed of vermaning – niets dan een luid gebrul van power! power!! Power!!!
Wesley en Whitefield
“Fr. MacNutt zegt in zijn boek ‘The Power toe Heal’, dat “het vallen dat Wesley’s prediking begeleidde, ánders was dan het verschijnsel van het “rusten in de Geest” in de huidige tijd. Meerderen zien dat vandaag ook zo. Bij John Wesley en George Whitefield “raakten de mensen die hun toespraken hoorden meer dan eens buiten zichzelf, barstten uit in luide jammerkreten, kregen toevallen en vielen als dood voor de voeten van de sprekers. Wesley vertelt in zijn dagboek: “..en de overigen zuchtten zo om de rechtvaardiging door het geloof, dat mijn stem er bijna niet door gehoord kon worden. Wesley, die altijd de echtheid van het geloof wenste af te meten aan de heiligheid van de levenswandel, sloeg deze verschijnselen niet te hoog aan. Hij schreef ook: “.. deze gebeurtenissen waren gewoon in het begin van mijn werk, maar later zeer ongewoon.” (Petegem, ‘Neervallen’, p. 39-40).
Bibliografie
Dieperink, Martie ‘John Wimber en de derde golf’, Voorhoeve, Kampen, 1992, 86 p
Dieperink, Drs. Martie ‘Het vallen in de Geest: heilig of occult’, Stichting Charisma T.V., Dokkum, z.j., 23 p.
Edwards, Jonathan ‘A treatise concerning religious affections’, Kneeland and Green, Boston, 1746, reprint 1959, 526 p.
Finney, Charles G. ‘Reflections on Revival’, Bethany Fellowship, 1979, 160 p.
Parmentier, M.F.G. ‘Rusten in de Geest’, Stichting Vuur, 1992, 60 p.
Petegem, Ds. J.W. van ‘Het neervallen in evangelische samenkomsten’, Stichting Moria, Hilversum, 1993, 45p
Pytches, David ‘Come, Holy Spirit’
Smitte, Rianne van der ‘Twee Heren…’, Gideon, Hoornaar, 1992, 174 p.
White, John ‘Tekenen van Gods kracht?’, Gideon, Hoornaar, 1991, 264 p.